“Het is winter, bibber, bibber,
en ik bibber, bibber, bibber,
want buiten is het koud.
Doe je jas aan, bibber, bibber,
Zet je muts op, bibber, bibber,
Doe je sjaal om, bibber, bibber,
en je wanten aan.”
Met de stukjes van de sjaal mogen de kinderen zelf woorden vormen.
Eerst een blauw stukje dan een geel en dan terug een blauw.
Met dit bestandje kan je verschillende spelletjes spelen.
- De stukjes sjaal lagen in de kring, en kinderen mochten zelf woorden maken als tussendoortje
- Elke leerling kreeg een letter. Op een afgesproken signaal mochten ze samen gaan staan om een woord te vormen.
- In de kieskar ligt het doosje met alle stukjes. Als ze sneller klaar zijn met hun taakjes kunnen ze dit doosje nemen en zelf woorden maken.
Eventueel kunnen ze deze woorden ook opschrijven. Wie kan de meeste woorden vinden? - In groepje zoveel mogelijk woorden maken
- …..