Voor elk sleutelwoord heb ik 3 verschillende leeskaarten gemaakt, oplopend in moeilijkheidsgraad. De eerste kaart begint eenvoudig met losse letters, de tweede kaart gaat een stapje verder met woorden, en de derde kaart bevat korte zinnen. In totaal zijn er 18 kaarten.
Hoe gebruik ik de kaarten?
Deze kaarten komen op verschillende manieren van pas:
- Hoekenwerk: De leeskaarten zijn perfect voor een zelfstandig hoekje waar kinderen in kleine groepjes kunnen werken.
- Kieskar/ kieskast
- Korte leesles: iedereen krijgt een kaart, na 1 minuut schuiven we de kaarten door.