Deze kaartjes heb ik gemaakt voor in mijn pratende pictowand.
De kinderen mochten de tweetekenklanken zelf inspreken met een zinnentje.
‘ ij, de ij van ijs.’ ‘ ui, de ui van ui.’ ‘oe, de oe van koek.’ ‘ie, de ie van wiel.’ ‘ei, de ei van ei.’ ‘eu, de eu van deur.’ ‘ou, de ou van hout’ ‘au, de au van pauw’
Naast de tweetekenklanken, hangen de kaartjes met woordjes. Hier sprak ik een vraag of opdracht in.
- ‘welk woordje past niet in de rij?’
- ‘welke woorden beginnen met….’
- ‘welk woord rijmt op…’
- ‘lees zoals een muisje, een reus, een heks,…’
- ‘lees de woorden en schrijf ze op’
- …
Bij deze kaartjes zeggen de kinderen welke tweeklank verdwenen is. Daarna duwen ze op de knop om het antwoord te horen en het zelf te herhalen. Bijvoorbeeld ‘dief, de ie staat in het midden. Zeg nog eens ie’